“Maar wat we ook zien, is dat niet alleen die techniek is veranderd, maar ook de organisatie en de mensen eromheen.”
Wie had dat gedacht? Er is al decennia sprake van het verhuizen van productie naar lagelonenlanden zoals China, Vietnam en Oost-Europa. Er is lang gezegd dat het vakmanschap definitief zou verdwijnen. Maar sinds -ik geef het toe- ASML succesvol het monopolie heeft opgebouwd en sterk is gegroeid, is om Veldhoven heen (en intussen heel Nederland) een aantal schillen opgebouwd van toeleveranciers. Wij komen zeer regelmatig bij klanten die zeggen dat ze 10 of 20 jaar geleden een paar draaibanken hadden, en aan het overwegen waren om eens een CNC-machine aan te schaffen. En nu staat bij die klant in de fabriek een cleanroom met een aantal volautomatische 5-assige bewerkingscentra, met robotbelading en automatisch magazijn, geconditioneerde meetkamer enzovoort! Wie had dat gedacht?
Maar wat we ook zien, is dat niet alleen die techniek is veranderd, maar ook de organisatie en de mensen eromheen. Zo’n machine is gewoon te koop: geld op tafel leggen en hij wordt een paar weken later geleverd. Maar die machine goed laten werken is een heel ander verhaal! Het begint natuurlijk bij het op de juiste manier ontwerpen van de onderdelen (en dat is weer afhankelijk van de klant). De bewerkingsvolgorde, slijtage, warmte die je inbrengt, noem maar op. Allemaal veel kritischer dan vroeger. Je moet er nu rekening mee houden of het RVS al dan niet helium-doorlatend is… En vroeger hoorde je als chef werkplaats of een freesbank wel goed draaide; tegenwoordig hoor je hem helemaal niet meer! Als een werkstuk in de laatste stappen niet goed wordt bewerkt of wordt beschadigd, heb je geen tientje schade, maar 20.000 Euro!
“Onze kandidaten moeten daar toegevoegde waarde hebben, maar ook oog voor het feit dat in de werkplaats al die mooie plannetjes in de soep lopen als de technici niet meewerken.”
Dus ontwerp, programmering, werkvoorbereiding, productieleiding enzovoort: allemaal belangrijk. Maar dan die man (meestal geen vrouw, helaas) aan de machine. Ooit op de LTS geleerd hoe een niet-digitale schuifmaat met nonius af te lezen, en een asje te draaien met een bepaalde passing. Nu is de passing niet eens te meten, want het gaat bijvoorbeeld om een luchtlager dat alleen werkt onder bepaalde omstandigheden. Deze m/v heeft daarmee een enorm leerproces meegemaakt. En die jonge TU-er met zijn 42”-beeldscherm heeft daar geen idee van.
“Wij zien de worsteling die al die bedrijven hebben met hun techniek, hun investeringen, hun kennis en hun personeel. En wij kunnen in onze gesprekken met de kandidaten de juiste match maken.”
Voor de Managers en Directeuren die wij bemiddelen betekent dit een enorme spagaat. De klant (en dat is niet meer alleen ASML) eist meer nauwkeurigheid, betere procesbewaking, moeilijkere materialen, lagere prijzen, meer flexibiliteit, meer investeringen. Onze kandidaten moeten daar toegevoegde waarde hebben, maar ook oog voor het feit dat in de werkplaats al die mooie plannetjes in de soep lopen als de technici niet meewerken. En dat komt, zoals altijd weer neer op communiceren: uitleggen en luisteren. Opleiden, want je kunt de jongens niet meer van de LTS/MTS plukken. Leve de bedrijfsschool. Weer een hogere eis aan de kandidaten.
Dit is weer een heel leuk aspect van het werk: wij zien de veranderingen in de markt bij onze klanten. Wij zien de worsteling die al die bedrijven hebben met hun techniek, hun investeringen, hun kennis en hun personeel. En wij kunnen in onze gesprekken met de kandidaten de juiste match maken. Ieder bedrijf heeft, in ieder stadium van zijn ontwikkeling, behoefte aan een ander profiel kandidaten. Wij plaatsen dan de juiste kandidaat (en dat lukt ons nog steeds), en een paar jaar later gaan we op bezoek en dan laat een trotse klant zien wat er allemaal verbeterd is. Fantastisch, op naar het volgende decennium!