Politiek correct communiceren is soms lastig

Nieuws
  • Bauke Wolters

Ik schrijf dit op de dag van de Amerikaans presidentsverkiezingen. Op dit moment (er zijn in 3 dorpen de stemmen geteld) staat Trump voor. Ik moet er niet aan denken dat de man wint, maar goed, morgen weten we meer. (Edit: het is nu “morgen”, en inderdaad: nu weten we meer…). In de aanloop van de verkiezingen heb ik een aantal documentaires gezien op TV en internet, de laatste docu gisteravond laat. In deze documentaires wordt vaak aangehaald dat gedurende het verkiezingsproces, maar ook gedurende de tijd dat iemand president is, met enorme hoeveelheden modder wordt gegooid. En als president(-skandidaat) moet je daar maar mee om kunnen gaan en altijd politiek-beleefd reageren, hoe onterecht de kritiek ook is.

Ik kan daar niet zo goed tegen. Ik kan zelf bij tijd en wijle namelijk nogal hoekig communiceren als ik me echt ergens aan erger. Bijvoorbeeld de omgekeerde toiletrol. En hier meteen even voor alle duidelijkheid: de toiletrol hoort met het volgende papiertje bovenop met het “aangrijpingspunt” naar voren. Dus niet ergens achter de rol bungelend tegen de muur aan. Reden: dan kun je hem zien, je hoeft niet blind ergens achter te grabbelen en de klep op de toiletrol houdt het papier op de juiste manier vast. Tot zover de toiletrol.

Net als presidenten moeten wij heel veel communiceren, zowel per mail als telefonisch als persoonlijk. De mensen met wie wij communiceren hebben heel diverse rollen en belangen. Wij zijn de intermediair tussen die rollen en proberen iedereen te vriend te houden. We komen elkaar per slot van rekening ooit nóg wel eens weer tegen. Bovendien heb ik liever veel vrienden in plaats van veel vijanden.

Maar met name met kandidaten is het nog wel eens moeilijk praten. Iedere kandidaat vindt (en dat mag hij) dat hij de beste is voor de functie waarvoor hij belt. Prima. Maar wij worden betaald om dat te beoordelen. En dan is het niet de beste weg om alleen maar te bellen met de mededeling dat u de beste bent; daar gaan we voorshands altijd van uit, totdat het tegendeel bewezen is. Ik had laatst zo’n kandidaat aan de lijn. Zijn eerste vragen gingen allemaal over de doorgroeimogelijkheden in de functie. Een terechte vraag, die heel belangrijk kan zijn. Maar kandidaat, u solliciteert toch niet op de volgende functie, maar op déze functie? Het was niet aan zijn verstand te peuteren dat de manier waarop hij dat zei heel onprettig overkomt bij mij, en zeker bij de opdrachtgever.

Het vervelende was dat de kandidaat best een goede kans zou maken voor deze functie, maar bleef hameren op die doorgroei. Totdat ik het zat was en (te?) duidelijk maakte dat hij verkeerd bezig was. Wát hij zei was begrijpelijk, hóe hij het zei viel verkeerd. En de manier waarop ik het zei (en dan zijn we al gauw 5 minuten verder) viel bij hem weer verkeerd. Maar mijn intentie was dat ik graag een goede motivatie van hem wilde ontvangen voor de betreffende functie. Gelukkig konden we afspreken dat hij die (met een iets veranderd cv) zou sturen.

Techneuten zijn net mensen. Maar het komt uit een goed hart, het is gefundeerd en logisch beredeneerd

Wij moeten kandidaten beoordelen, wij worden daarvoor betaald en wij doen dat naar eer en geweten. Omdat wij alleen voor kritische management- en directiefuncties in de industrie werken, sluit onze achtergrond in de techniek goed aan. Maar techneuten kunnen nogal hoekig (R=0,3 mm, 400 Brinell) reageren, ikzelf op de eerste plaats. Techneuten zijn net mensen. Maar het komt uit een goed hart, het is gefundeerd en logisch beredeneerd. Neem dat nou eens van me aan. En die toiletrol moet zo opgehangen worden. En parkeren moet in de vakken, keurig naast elkaar. En als je de kamer uitgaat moet het licht uit, geen verspilling! Go Trump! Ach, politiek is niets voor mij…

Dit bericht delen:

 

Laatste

Inzichten