Gezocht: sterke manager, gepokt en gemazeld in de maritieme sector, ruime buitenlandervaring, liefst Nederlander. Mensen met dat profiel zijn hier erg in trek bij de scheepsbouw- en offshorebedrijven. Ook en vooral voor posten in het buitenland, vertelt Bert-Jan de Visser, directeur bij Van de Groep & Olsthoorn. Het bureau voor executive search & interim-management zoekt en vindt al bijna 35 jaar topfunctionarissen – merendeels management en directie – voor bedrijven in de industrie. Waaronder veel, met name grote, maritieme partijen.

Door de internationalisering in die sector ziet De Visser de vraag naar leidinggevenden voor posities in het bui­ tenland al een poos behoorlijk toenemen, waarbij aan kandidaten fikse eisen worden gesteld. Terecht, zegt hij, want in een gespreid bed komen ze niet terecht; verre van dat. Een werf op- of uitbouwen; een engineeringsafde­ling opzetten; een werkwijze en mindset implemen­teren met focus op kostenefficiëntie, kwaliteit en veilig­heid; nieuwe klanten acquireren in culturen met andere gebruiken en regels – niks ‘business as usual’. Dus is het logisch dat maritieme bedrijven de sleutelposities bij voorkeur invullen met managers met een ruime – en bewezen goede – expatervaring. ‘Managers die de processen en werkcultuur in de betreffende regio goed kennen en zich niet door locals Iaten inpakken.’ Ervaring die bij voorkeur is opgedaan in hun wereldje. ‘Binnen de directieteams bespeur je een ‘reluctant awareness’ (onwilligheid waar ze toch wel vanaf willen, red.) om mensen van buiten aan te nemen. Ze zien daar een afbreukrisico in. Zo van: ‘niet ingewerkt in de materie, dan ben je geen volwaardig gesprekspartner; noch intern, noch richting de klant-want dat zijn wel alle maal jongens uit onze wereld’. Daar zit een stukje conservatisme in, maar ook zeker realisme.

De lat ligt hoog in deze sector. Een partij als Shell gaat zo ver, dat het van preferred suppliers voor grote projecten een op­gave verlangt van de kwalificaties die ze inbrengen.’ En dan wil men nog het liefst Nederlanders. Bij bemid­deling door Van de Groep & Olsthoorn gaat het voor negentig procent om Nederlanders, verder vooral om Britten, Belgen en Duitsers. Ook daarvoor heeft De Visser een goede verklaring. ‘Als klein land, met een lange historie in overzeese handel, zit omgaan met andere culturen een beetje in ons bloed. En tegelijkertijd verstaan we de kunst om de mensen daar mee te krijgen in onze manier van denken over zaken als efficiency, kwaliteit en veiligheid. Dat is heel lastig, maar de Nederlandse managers zijn daar goed in.’ Maar allesbepalend is, wat hij noemt, de match met de bedrijfscultuur. ‘Een kandidaat kan nog zulke goede kwalificaties hebben, as er geen match is met de geuren en kleuren van het bedrijf, dan kan het geen langdurig succes worden. Daarom steken wij bij Van de Groep & Olsthoorn veel tijd en energie in het kennen van de mentaliteit, de cultuur en de do’s & don’ts van opdrachtgevers. Die kennis van de markt samen met ons groeiende netwerk van ruim 15.000 kandidaten – dat is onze toegevoegde waarde.