De maakindustrie terug als motor voor economische groei?

Nieuws

Productieverplaatsingen nemen af, een trend die zich volgens de verwachtingen waarschijnlijk ook zal doorzetten in de komende jaren. Dit blijkt uit een studie van Panteia over de toekomst van de maakindustrie in Nederland.
Op basis van de resultaten van de door Panteia gehouden enquête kan geconcludeerd worden dat er geen sprake is van massale productieverplaatsing, ook niet terug naar Nederland. Panteia verwacht wél dat de maakindustrie van een ondergeschoven kindje wel eens de belangrijkste motor van de Nederlandse en Westerse economieën kan worden in de komende decennia. Een groei van de maakindustrie zou dan vooral gebaseerd moeten zijn op een grotere inzet van op kennis gebaseerd kapitaal (KBC).
Volop kansen voor de maakindustrie
Uit de studie komt het overheersende beeld naar voren dat er volop kansen zijn voor de maakindustrie in Nederland. Er is geen gebrek aan kennis, kapitaal en creativiteit. Als de industrie ergens last van heeft, is het de maatschappelijke onbekendheid en het gebrek aan trots over de prestaties die worden geleverd. Een groei van de maakindustrie zou dan vooral gebaseerd moeten zijn op een grotere inzet van op kennis gebaseerd kapitaal (Knowledge Based Capital). KBC bestaat uit een scala van activa. Deze activa creëren toekomstige voordelen, maar – in tegenstelling tot machines, uitrusting, voertuigen en structuren – manifesteren zij zich niet in fysieke of financiële zin. Deze niet tastbare vorm van kapitaal kan in drie soorten worden onderverdeeld. Ten eerste de geautomatiseerde informatie via software, databases en door complexe systeemintegratie. Ten tweede het intellectueel eigendom op basis van octrooien, auteursrechten, ontwerpen, handelsmerken en toegang tot basisvoorzieningen R&D. Ten derde de economische competenties – met inbegrip van de merkwaarde – door marketing, bedrijfsspecifiek menselijk kapitaal, netwerken van mensen en instellingen, organisatorische knowhow, en aspecten van reclame en marketing.
Accenten leggen op innovatie en design
Wat de studie laat zien is dat vrijwel alle onderzochte bedrijven een mindere periode hebben doorgemaakt en gedurende die periode fors zijn gaan inzetten op de ontwikkeling van de aspecten van KBC. Wereldwijde waardeketens hoeven helemaal geen bedreiging te vormen, zolang het KBC maar hier blijft en zich ook verder blijft ontwikkelen. Het gaat daarbij om ‘organizational skills’, strategische focus en marketing. Dat betekent dat beslissingen over verplaatsing van productie altijd gebaseerd moeten zijn op de vraag hoe klanten zo goed mogelijk kunnen worden bediend en hoe zoveel mogelijk waarde kan worden gegenereerd. De accenten moeten liggen bij innovatie en design. Simpele assemblage en productieactiviteiten, mits goed aangestuurd, kunnen worden verplaatst. Afhankelijk van de markt en de behoefte aan snelheid van levering, levering op maat, specialiteit en exclusiviteit, kiezen KBC-bedrijven hun productielocaties. Daar kan een behoorlijke geografische spreiding in zitten met laagwaardig werk zoveel mogelijk in lagelonenlanden en hoogwaardige flexibele productie en maatwerk zo dicht mogelijk bij de afnemers. Op grond van de enquêteresultaten is een tendens waarneembaar dat steeds meer bedrijven hierop sturen.
Bron: Brisk Magazine

Dit bericht delen:

 

Laatste

Inzichten