- Acquireren als je het druk hebt. Interimmers hebben het altijd druk als ze in een opdracht zitten, dat is inherent aan de aard van het interimwerk. Maar diezelfde aard bepaalt ook dat de opdracht vroeg of laat afloopt. En dat betekent dat een interimmer terwijl hij zo druk met zijn opdracht bezig is, eraan moet denken om een volgende opdracht te acquireren. Dit kan een lastige spagaat zijn, en verklaart goed waarom veel interimmers bij voorkeur 4 dagen per week werken.
- Altijd achter je geld aan. Bij veel opdrachtgevers is er een moeilijke situatie; vaak is er juist daarom een interimopdracht waarin snel resultaten moeten worden geboekt. Maar die moeilijke situatie zorgt ook nog wel eens ervoor dat het geld krap is. Bovendien is de ZZP’er maar een kleine “leverancier”, waardoor de boekhouding aan hem weinig prioriteit geeft. Beste opdrachtgevers: misschien realiseert u het zich niet, maar met zijn omzet betaalt die ZZP’er de rekening bij de supermarkt.
- Altijd alleen. Zelfs ook al werk je als interimmer een jaar bij een opdrachtgever, je blijft die “buitenstaander”, met alle voor- en nadelen. Wij bij Van de Groep & Olsthoorn proberen altijd de communicatie op gang te houden tussen de 3 partijen: onszelf, opdrachtgever en interimmer.
- Over geld gesproken: als interimmer moet je altijd vechten tegen het vooroordeel dat je duur bent. Dat komt omdat er een rekening komt met een bedrag, waarvan mensen denken dat dát het nettoloon is. Helaas wordt dan de belastingdienst en het ondernemersrisico vergeten. Maar het is heel simpel: een interimmer levert meer geld op dan hij kost (want anders moet hij heel snel weg!).
- Je plukt de vruchten van je werk niet. Arme interimmer: heb je zoveel maanden hard gewerkt, is het probleem opgelost en begint het te lopen, dan moet je weer weg. Helaas geen troost: dat hoort erbij.
- Je werkt altijd onder je niveau. Tja, ook dat hoort erbij: als interimmer word je ingezet voor iets dat je al kan, juist omdat je daarom snel inzetbaar bent. Ook dit hoort erbij. Gelukkig dienen wij bij Van de Groep & Olsthoorn als sparringpartner. En inderdaad: een deel van die “hoge rekening” wordt ingezet voor bijscholing.
- Onzekerheid. Weer zo’n inkopper: het ene moment ben je druk, het volgende moment zit je naar je telefoon te staren omdat niemand je belt en wil je geen vakantie nemen omdat je anders wat misloopt. Dan ga je toch maar op vakantie, en dan word je plots gebeld en moet je terugvliegen. Want opdrachten weigeren: dat doet bijna geen interimmer.
- Dat brengt me op het punt: focus. Want als interimmer moet je je markt en specialiteit kiezen. Zogenaamde allesvreters komen er na een paar jaar achter dat ze niet meer gekozen worden omdat hun “elevatorpitch” te vaag wordt. Kies je klant, dan word je gekozen!
- Weerstand en flexibiliteit. Ondanks je slagkracht, resultaatgerichtheid, overtuigingskracht en glanzende cv zul je toch altijd tegen weerstand aanlopen, soms openlijk, soms verborgen. Als interimmer zul je dit heel snel moeten herkennen en inschatten en daar heel flexibel mee moeten omgaan. Je bent in de minderheid, je ligt onder een vergrootglas en er wordt veel van je verwacht. En de rambam-interimmer is op lange termijn minder succesvol dan de interimmer die zorgt dat “zijn oplossing”, “onze oplossing” wordt.
- Randzaken. De meeste interimmers vinden het niet leuk, maar het hoort erbij: administratie, goede opdrachtomschrijving, planning, voortgangsrapportage, vastlegging, documentatie, geld, verzekeringen, belastingdienst (daar is ‘ie weer).
Waarom word je in vredesnaam interimmer als je dit zo leest? Een gemakkelijk lijstje: vrijheid, zelfstandigheid, goede beloning bij succes, variatie in werkomgeving en mensen die je ontmoet, datgene doen wat je goed kan, keuze voor “geen toekomst & geen verleden”, geen ellenlange vergaderingen maar snel resultaat, inherente beloning door tevredenheid, vakantieplanning zoals je dat zelf wilt, enzovoort. Een bekende filosoof zei het al: “elk nadeel heeft zijn voordeel”.